Wanneer therapie


  • een traumatische gebeurtenis
  • relatieproblemen
  • lichamelijke en/of psychische mishandeling
  • lichamelijke klachten waarvoor geen medische oorzaak is gevonden
  • verlies van een dierbare
  • slaap- en concentratieproblemen, overspannenheid en burn-out
  • depressiviteit, nervositeit, angsten en fobieën
  • trainen van sociale vaardigheden
  • pijnbestrijding (bijv. bij bevalling)
  • afleren van ongewenst gedrag (bijv. nagelbijten en verslavingen)
  • gewichtsproblematiek (bijv. als je wilt afvallen)
  • psychosomatische klachten (hyperventilatie, maag- en darmklachten)
  • faalangst (bijv. examenvrees)
  • inzicht krijgen in eigen persoonlijkheid en mogelijkheden
  • begeleiding tijdens de laatste levensfase
  • APK (voor mensen die met mensen werken).

Het kan ook zijn dat je geen concreet probleem hebt. Misschien voel je je niet lekker in je vel zitten. Je bent bijvoorbeeld niet tevreden met wat je doet en je weet niet hoe je dat zou kunnen veranderen.